Hoi medebrouwers,
Op verzoek van Adrie nog even een reactie op
deze vragen.
Een biertype is een groep bieren met overeenkomstige eigenschappen. Vandaar de regel dat er minimaal 3 goede voorbeelden moeten zijn. Bij minder dan drie bieren kan je niet meer over een groep spreken, dan heb je het meer over klonen.
De verkrijgbaarheid is een heel ander punt. Inderdaad is niet duidelijk vastgelegd wat "redelijk tot goed verkrijgbaar" is. Echt consequent toepassen van de regel is dan ook niet mogelijk.
De regel is er om brouwers de kans te geven te bepalen wat de eigenschappen van een bepaald biertype zijn. Maar belangrijker is de het misschien nog voor de keurmeesters. Het is voor keurmeesters van belang hun kennis op peil te houden. Dus regelmatig oefenen (ja, keurmeester zijn is een zware hobby

). Als de vraag "is de verkrijgbaarheid van dit biertype zodanig dat de keurmeesters hun kennis op peil kunnen houden" met "ja" kan worden beantwoord, zou je kunnen stellen dat in voldoende mate voldaan aan de verkrijgbaarheidsregel. Voor het op peil houden van de kennis zijn diverse mogelijkheden. Gezamenlijke proeverijen tijdens BKG-activiteiten en studieweekenden, een weekendje Keulen of Bamberg, gewoon naar Duitsland rijden en met een volle kofferbak terugkomen, er is van alles te verzinnen.
Aan de andere kant streeft de BKG ernaar alle gangbare en minder gangbare typen te kunnen keuren die worden gebrouwen door hobbybrouwers. Dat streven staat vaak op gespannen voet met de verkrijgbaarheidsregel, maar als een type eenmaal op de lijst staat zal het er niet zo snel meer vanaf gehaald worden.
Wanneer er een nieuw biertype aan de lijst wordt toegevoegd moet er intensiever geoefend worden en is dus de verkrijgbaarheid (nog) belangrijker. De (beperkte) verkrijgbaarheid kan dus wel degelijk een reden zijn om een nieuw biertype niet aan de lijst toe te voegen.
Maar hoe wordt nu bepaald welke typen er aan de BKG-lijst worden toegevoegd? Het toevoegen van een biertype begint bij de technische commissie van de BKG. De trigger kan van alles zijn. Een vraag vanuit het LABO, ontwikkelingen in de hobbybrouwwereld (te volgen via deze site), of ontwikkelingen in de commerciële bierwereld. De technische commissie volgt deze ontwikkelingen en komt tot de conclusie dat er inderdaad sprake is van een biertype dat toegevoegd zou moeten worden aan de lijst. Bij deze beoordeling wordt zeker rekening gehouden met de verkrjigbaarheid. Er worden (minimaal 3) voorbeelden geproefd, de definities worden vastgelegd en er worden oefensessies voor de overige keurmeesters georganiseerd. Uiteindelijk volgt het advies aan het bestuur van de BKG. Deze legt het advies voor aan de leden, en er wordt dan (hopelijk) besloten het advies over te nemen. Vanaf dat moment staat het biertype op de BKG-lijst. De volgende stap is dan het overleg met het LABO, om ook de het biertype op de LABO-lijst te plaatsen.
Een vrij uitgebreide procedure dus. Op deze manier kunnen we 2, maximaal 3 biertypen per jaar toevoegen aan de lijst (maar dat is geen garantie dat er ook ieder jaar minimaal 2 typen worden toegevoegd!)
Ik hoop dat dit kijkje in de keuken van de BKG een beetje duidelijkheid verschaft.
Groet,
Hans van Meenen