In de loop van mijn brouwcarrière heb ik al heel wat thermometers uitgeprobeerd. De laatste tijd is er een verzameling digitale thermometers ontstaan, maar het bleef een beetje onduidelijk hoe betrouwbaar die dingen nou eigenlijk zijn. Dus heb ik maar een proef gedaan met mijn vier verschillende typen thermometers.
De ThermometersDe volgende thermometers/sensors deden mee:
A. Thermometer
UT-100 € 40,95 per stuk
B.
LCD-module € 15,51 per stuk
C. Thermometer
K102 € 56,40 met twee voelers
BB thermotechnik €12,30 per stuk
D.
Thermometer met timer en alarm € 19,94 per stuk
Van type D had ik ooit een tweede exemplaar, maar daarvan heeft de voeler het begeven. Deze zijn niet los te koop. Ik ben mijn digitale carrière begonnen met deze twee exemplaren.
De opzetSinds de vorige brouwsessie hang ik een eenzijdig waterdicht afgedopte 12 mm buis in het beslag en in de heetwaterketel. Hierin schuif ik de voeler(s) van mijn thermometer(s). Deze heb ik voor de proef ook gebruikt, omdat ik de omstandigheden zoveel mogelijk hetzelfde wilde houden als bij het maischen. De buizen hingen in een pan met water en in elke buis heb ik drie of vier voelers geschoven van de verschillende thermometers. Omdat ik van elk type thermometer twee exemplaren heb (op type D na), hangt in elke buis dezelfde set thermometers.
Ik heb een pan gevuld met koud kraanwater en hierin een groot blok ijs van -20 graden gelegd en deze laten smelten, zodat het water met smeltend ijs 0 graden werd. Daarna heb ik het water opgewarmd tot koken. Af en toe heb ik het vuur uitgezet om de temperatuur te stabiliseren om goed te kunnen aflezen. Zoveel mogelijk heb ik elke 10 graden afgelezen en in het maischtraject (45 - 70 graden) wat vaker.
De resultatenHet is lastig vergelijken zonder een betrouwbare, geijkte thermometer, dus ik kan alleen de thermometers onderling vergelijken.
Kijken we naar de paren van dezelfde thermometers/voelers, dan valt op dat A (UT-100) onderling het minst afwijkt. De onderlinge, gemiddelde afwijking van A is 0,1 graad, van B 1,0 graad en van C 0,4 graad. Hiermee lijkt A het meest betrouwbaar. OOk bij smeltend ijs en kokend water geeft A de beste meting.
Ervan uitgaande dat de gemiddelde meetwaarde van de twee A's de juiste temperatuur weergeeft, ziet de afwijking bij de verschillende temperaturen van de thermometers/voelers er zo uit:

En ingezoomd op maischtemperaturen:

Zoals gemeld wijken uiteraard A1 en A2 weinig af van het gemiddelde van die twee. B1 en B2 zijn het vaak minder met elkaar eens, maar wijken nooit meer dan 2 graden af van het gemiddelde van A1 en A2. C1 en C2 wijken eveneens minder dan 2 en meestal minder dan 1 graad af van het gemiddelde van A1 en A2. D is het minst betrouwbaar met in het maischtraject een maximale afwijking van 3,5 graad.
A (de UT-100 thermostaat) lijkt het meest betrouwbaar te zijn. B is echter een goedkoop en voldoende betrouwbaar alternatief. Bijkomend voordeel van B is, dat er een sensor met een lang snoer aanzit. C is ongeveer net zo betrouwbaar als B, maar een stuk duurder. Bovendien heb ik gemerkt dat je C wel regelmatig opnieuw moet kalibreren. Je moet naast C dus altijd een goede andere thermometer hebben. Voor gebruik heb ik C niet gekalibreerd, maar zo gelaten als bij de laatste brouwsessie toen ik hem heb gecalibreerd tegen de UT-100. De sensoren van C zijn echter vrij kort (te kort voor mijn installatie). D, tenslotte, is niet betrouwbaar genoeg. En dan te bedenken dat ik hier een paar jaar mee heb gebrouwen. Al wijkt je thermometer dus af, dat hoeft geen belemmering te zijn om lekker bier te brouwen.
ConclusieHeb je geen thermostaat nodig, dan raad ik B aan. Deze is goedkoop, wordt gevoed door een simpelen penlite batterij (oplaadbaar in mijn geval) en heeft een sensor voorzien van een lang snoer. C is duur en heeft een te korte sensor (al kun je voor C vele verschillende sensoren kopen). D is niet betrouwbaar genoeg en de sensoren gaan vrij snel kapot door vocht. Losse sensoren zijn niet te koop. Wel handig is dat D een timer en een tijd- en temperatuuralarm heeft.
Wat meetbetrouwbaarheid betreft lijkt A superieur. A steek je in het stopcontact en gebruikt dus geen batterijen. Er zit een sensor aan met een lang snoer. A is echter wel vrij prijzig.
Gebruik je een digitale thermometer, dan moet je in het maischtraject rekening houden met een betrouwbaarheid van een graad of twee (los van de mogelijke ongelijkmatige temperatuurverdeling in je maischketel). Om deze reden is het aan te raden om altijd een tweestaps maischschema te gebruiken wil je voldoende sturing hebben op de vergistbaarheid van je wort. Bij een tweestapsschema is het aan te raden om de eerste stap te doen bij 62 graden en niet bij 60. Wijkt je thermometer namelijk 2 graden naar boven af, dan zou je op 58 graden maischen en bij die temperatuur verstijfselt het zetmeel nog niet. Dit betekent dat de eerste stap nauwelijks effectief is bij het omzetten van het zetmeel. Ga je vervolgens naar 70 graden, dan loop je de kans een wort te krijgen met te weinig vergistbare suikers.