Kijk, de oplosbaarheid van een gas in een vloeistof is afhankelijk van en aantal factoren o.a. druk, temperatuur, raakoppervlak, tijd,…Tijdens het hergisten op fles wordt er, zoals bekend,CO2 gevormd en ontstaat er druk in de fles. Een periode koud lageren bevordert dan weer het oplossen van de CO2 in het bier. Na het openen van het flesje verlaagt de druk plotseling en de CO2 gaat over van opgeloste toestand naar gasbelletjes. Dit gebeurt niet zomaar, om van opgeloste toestand naar gas over te gaan heeft de CO2 een (relatief ruw) oppervlak nodig om zich aan vast te hechten, de nucleatiekernen. Dat kunt ge bij duvel goed zien, men zou zelfs krasjes in op de bodem van het glas maken om mooi in het midden van het glas een zuil broebeltjes te creëren, bij andere heldere bieren ziet ge ook dat de CO2 bellen steeds tegen het glas worden gevormd. Nu, als de brouwer een gebrek heeft aan geduld, zijn bier al opent terwijl het nog troebel is en er dus nog veel kleine vaste deeltjes in het bier rondzweven (alles samen echt wel een groot oppervlak) dan kunnen er tegelijkertijd heel veel gasbelletjes ontstaan… pshht.