De meeste gist zit inderdaad in de koek maar dat is gist die afgewerkt is.
Nee hoor.
Waarom denkt toch iedereen dat gist kan zwemmen.
Gist zijn bolletjes zonder armen en benen heren.
De vloeistof wordt troebel door de banen tussen koek en dek.
Soms vallen er ook halverwege deeltjes terug naar de koek.
De koek is de motor van de vergisting.
En ja, op het einde van de rit is de koek 100% dood, en trekt de boel helder.
Hevelen betekent een einde maken aan de vergisting.
De wijnmakers kunnen dit beamen.
Zoete wijn wordt vroeg geheveld.
De koek is de motor.
Als er weer een vergisting is, is er ook weer een koek.
En na overhevelen kom je in de fase van Secundaire vergisting, DUS NOG NIET LAGEREN !!!
Lageren vindt pas plaats als de vergisting voorbij is en je zet je bier weg bij kelder temperatuur (± 12°C), of koelkast temperatuur (± 4°C)
Dat is niet van toepassing op ons hobbybrouwers.
Ik ent mijn gist in bv een plastic emmer met wort, en daarna hevel ik over naar een mandfles.
In de mandfles is het jongbier aan het lageren. Secundaire
uitgisting is dus lageren.
Vroeger in de lambiektijd was secundaire vergisting ook inderdaad vergisting met gisten die komen en gaan.
Maar als ik het goed begrijp doe jij het in 3 stappen ipv 2.
Of eigenlijk 4 ipv 3 als we het nagisten in het flesje ook meerekenen.
