Volgens mij hebben veel mensen hier ervaring met éénstapsmaischen rond 65°-66°, ik ook, en die duren globaal 45 minuten. Je loopt hier natuurlijk nog niet zo lang rond, maar daarvan wordt regelmatig verslag gedaan. Vandaar mijn eerdere opmerking van een gebrek aan raakvlakken met de brouwpraktijk. Of het bij één graadje hoger nu zoveel sneller zou gaan is namelijk echt twijfelachtig. En daarbij krijg je op 67° een duidelijk minder vergistbaar wort.
Bij twee van mijn laatste brouwsels heb ik wat gemeten met de Brixmeter.
Met storting van ca. 26 % pilsmout, 13 % kristalmout, 61 % tarwemout.
Eerst 5 minuten 52 °C. Vloeistof heeft dan 6 °Bx.
Na opwarmen naar 62 °C is dit 9 °Bx.
Na 10 min 62 °C is dit 13 °Bx.
Na 20 min 62 °C is dit 14 °Bx.
Na 30 min 62 °C is dit 15 °Bx.
Na 40 min 62 °C is dit 15 °Bx.
Hierna heb ik water toegevoegd zodat de meting onnauwkeurig werd.
Hetzelfde deed ik met een storting van 97 % pilsmout en 3 % Ambermout. Nu gestort bij 66 °C en gemeten bij 65 °C.
Na 10 minuten 12 °Bx en zowel vloeistof al bostel I
2+.
Na 20 minuten 13 °Bx en zowel vloeistof al bostel I
2+.
Na 30 minuten 13 °Bx en alleen bostel I
2+.
Na 40 minuten 13.1 °Bx en alleen bostel I
2+.
Na 50 minuten 13.5 °Bx en alleen bostel I
2+.
Na 60 minuten 13.5 °Bx en alleen bostel I
2+.
Na 70 minuten 13.6 °Bx en alleen bostel I
2+.
Daarna opgewarmd naar 72 °C en na 2 minuten 72 °C had het wort 14,5 °Bx en was zowel wort als bostel I
2-Vergist met S-04 tot 1013.
Hopbier