Buiten de discussie of hopharsen moeten worden afgeschept heb ik daar nog een vraag over: wat kan je opmaken uit de consistentie van de hopharsen?
Tot nu toe zag het er bij mij altijd hetzelfde uit, ongeacht het soort bier of gist: een stevige samenhangende laag die makkelijk afgeschept kan worden en vrij droog en wat sponzig is.
Vorige week bij een tripel echter, zag het er anders uit dan gebruikelijk: het was wat schuimig en plakkerig in plaats van mooi "droog". Ook was de laag niet overal even dik.
Wat kan hieruit worden afgeleid?
Ik heb voor deze tripel wel voor het eerst de professionele Kosch-gistkorrels gebruikt van "de 3 Horne"; kan daar het verschil inzitten, en zo ja: waardoor wordt dan het verschil veroorzaakt?
Beste BrouwGroetjes,
Peter
