Als ik kijk naar alle spullen en naar de vergistingskast in het bijzonder dan ben je er heel vaak. 
Niets is wat het lijkt. Ik brouw met (2 of) drie van die elektrische kookketels van 27 liter tegelijk, nadien gaan ze in (2 of) drie afzonderlijke filterkuipen en plaats tenslotte de brouwsels ook in drie afzonderlijke vergistingsvaten. Het gaat echter niet om verschillende brouwdagen. Alles gebeurt simultaan.
De redenen waarom ik drie kleine ketels i.p.v. één grote ketel, gebruik zijn divers:
- Ik heb die brouwspullen nu eenmaal en ze zijn nog niet versleten.
- Grote ketels zijn veel zwaarder en ze moeten tijdens het brouwproces een aantal keren van plaats veranderen. Door te werken met kleine ketels en vergistingsvaten hoef ik nooit meer dan 30 kg te tillen. Kleine ketels en vaten zijn ook makkelijker te poetsen. Makkelijker opbergen van het materieel is ook een argument.
- Ander probleem is dat je bij grote brouwketels en dito vaten moet gaan werken met vaste leidingen, pompen, kranen en filters. Ik heb geen idee hoe dat je die dingen ooit nog behoorlijk proper krijgt na gebruik. Nu beperk ik het gebruik van leidingen en kranen zoveel mogelijk.
- Meestal brouw ik in de drie ketels exact hetzelfde bier. Het leuke aan deze werkwijze met drie ketels is ook dat je kan experimenteren. Als je bij één brouwsel iets aan de receptuur of werkwijze of ingrediënten verandert dan heb je aan de andere twee brouwsels leuk vergelijkingsmateriaal om het effect te kunnen zien of proeven.