Enkele jaren geleden sprak ik bij een bezoek aan OI-glas in Schiedam met de kwaliteitsexpert. Ze maakten (De fabriek wordt nu net gesloten, geloof ik) allerlei soorten flessen, waaronder bierflessen. Hij vertelde me het volgende:
- Wanneer een fles springt door hoge druk (bv onbeschadigde fles die door overdruk springt) dan krijg je veel kleine scherven
- Wanneer een fles spring bij lage druk (bv door beschadiging of onvolkomenheid in het glas) dan krijg je enkele grote scherven of bv een bodem er onderuit
- Een beschadiging aan de buitenkant (krassen van veelvuldig gebruik) heeft nagenoeg geen invloed op de kwaliteitsterkte van de fles
- Beschadigingen aan de binnenkant (bv door zo'n mooie flessenborstel met van die venijnige stalen punten aan de bovenkant) zijn funest en zal de max druk die de fles kan hebben drastisch doen afnemen
Zijn statement was dan ook: Heb je weinig en grote scherven dan heb je meestal last van beschadigingen aan de binnenkant van de fles OF een slechte kwaliteit fles. Heb je veel en kleine scherven dan heb je veel te veel druk in de fles gekregen door te veel suiker, een besmetting of een combinatie.
Lijkt me logisch allemaal. dat de bodem eronderuit springt komt omdat in de hoekjes van de bodem de hoogste buigspanning heerst dis daar begint de scheur. Bij hoge druk gaat de fles buigen (bol staan) Daardoor krijg je nog meer spanning op die binnenrand rond de bodem en als daar een scheurtje zit trek je dat dus open en scheurt het door.
Krassen op de buitenkant zal vooral in het midden van de fles zelfde probleem geven, maar blijkbaar is dat minder kritisch.
als iets barst onder hoge druk heb je ook schokgolven door het hele glas heen en die zorgen voor die kleine scherven.
Bij mij is toch wel eens de bodem eronderuit geklapt, maar dat kwam toch door teveel koolzuur, misschien in combinatie met een krasje.