De vraag "Maakt het moment van doseren van brouwzouten uit? Voor/na het koken, voor/na gisting?" is inderdaad concreter, maar ik denk dat hij nog concreter kan worden gemaakt, gezien ontbreekt waarvóór het uitmaakt (wat is je afhankelijke variabele). Ik ben nog een beginneling om brouwzouten te doorgronden, maar ik denk dat ze verschillende invloeden hebben op de extractie van componenten uit mout/hop, conversie van stoffen en invloed op gist (eg tijdens koken, vergisting, neerslaan), en daarmee dus op uiteindelijke smaak (-beleving, of perceptie), maar ook op de perceptie zelf (andere ratio tussen zouten, andere beleving van bitterheid in de mond). Ik hoop hier tzt een antwoord op te hebben, want ik wil het ook weten!
Ik zou er voor nu gewoon bij mikken, gezien het ook de perceptie beïnvloedt (Jacques persoonlijke ervaring maar ook een test die je zelf kan doen: koop supermarkt pils en ga daar eens wat brouwzouten in verschillende hoeveelheden doen).
Wellicht nog handig om stil te staan bij je dosering: richt je je op het volume gebruikt water bij het brouwen (mash + sparge), minus verliezen (bostel, trub, etc), of op een ander volume?