De afgelopen week heb ik twee brouwsels gemaakt met gelijkt stort, maar verschillende brouwwijze en gisten. De stort is:
Voor 35 liter:
Münchener 15: 4,5 kilo 43,5%
Vienna 7: 4,5 kilo 43,5%
Caramunich 100: 0,6 kilo 5,8%
Melanoïdine 80: 0,2 kilo 1,9%
Special B 350: 0,15 kilo 1,4%
Carared 60: 0,4 kilo 3,9%
Hopstorting:
Northern Brewer en Hallertau Hersbrücker als FWH, 80 min en 25 min kooktijd. Totale kooktijd 90 min.
SG 1064 bij 70% rendement (weinig en geen spoeling).
EBC 31
IBU 32
Gisten: Wyeast 3522 slurry van vorig brouwsel en Wyeast 2000 Budvar starter.
Eerste brouwsel met directe verhitting, tweede brouwsel met infusie van heet water verhit.
Maischschema (ongeveer):
53°: 15 min
63°: 25 min
73°: 30 min
78°: 5 min
Relatief lange eiwitrust om helderheid te testen.
Eerste brouwsel vergist in rvs cylindrokonisch vat, tweede in plastic.
Eerste met kraanwater, tweede met osmosewater, misschien beter passend bij de ondergist.
Het eerste brouwsel nadert de lagerfase met een SG van nu 1020. Van het tweede moet de gisting nog op gang komen, is pas gisteravond gepitcht bij nogal lage temperatuur.
Ik verwacht twee totaal verschillende bieren. Ook al omdat de pap in het tweede bier veel dunner is door de infusiemethode. Hopelijk blijft er nog wat body over na de vrij lange eiwitrust. We zullen zien.