Ik zal de link verder bekijken vanavond. Niet lineaire krimp van alcohol zit inderdaad in de formules in de rekendemo (staat uitgelegd in het verhaal rekenen aan bier
http://www.wiki-hobbybrouwen.nl/software/boekwerk_rekenen_aan_bier, pag 13), maar doet alleen iets ver achter de komma. (ik heb ook een excelsheet met afgerond als vaste krimp, maar geeft voor de praktijk hetzelfde resultaat).
Opgeslagen glycogeen in gistcellen zou de alcohol iets kunnen verhogen, maar zelfs met 20 gram gist per 20 liter (droge stofgewicht) met misschien een grammetje suiker kom je nog maar op hooguit enkele grammen extra alcohol, dus ergens in de promillen alcohol extra. We praten over een procent hogere alcohol voor zware bieren wat je zult moeten verklaren.
Voor een bier van SG 1132 en eind SG 1040 met 12.4% alcohol komt mijn rekendemo op
k=12.4/(132-40) = 0.13478
Vorming van gistcellen kost suiker dus kan alleen maar minder alcohol opleveren dus kan nooit meer alcohol verklaren.
Het geheel is volgens mij niet heel complex. Je wort bestaat uit suikers, opgelost eiwit en wat vetzuren en nog een hele serie stoffen in zulke kleine hoeveelheden dat die het SG niet beïnvloeden, dus in de praktijk reken je dan met suiker en eiwit mbt het SG. Daar heb ik een goede formule voor.
Tijdens de gisting wordt de suiker deels omgezet naar alcohol en deels verbruikt voor gistopbouw. Daarvoor gebruik ik de factor 0.484 van Balling (ipv 0.511 mbt theroretsiche omzetting van glucose in alvohol)
Over de exacte waarde van die factor kun je dus discussiëren en kijken of die hoger zou kunnen zijn voor meer suiker, maar ik zou niet weten waarom die dan hoger zou moeten zijn. (misschien omdat het deel van de suiker gebruikt voor gistopbouw min of meer constant is, dus als je veel meer suiker hebt geldt de factor 0.511 voor een relatief groter deel van je suiker tov een laag alcoholisch bier, maar dat zal dan verder onderzocht moeten worden)
Daarna is het simpel een kwestie van bepalen hoeveel suiker er is omgezet in alcohol en nog wat glycerolvorming dat geeft het mengsel restsuiker, alcohol en glycerol en daar reken ik dan het SG van uit.
De alcohol volgt uit de factor 0.484 en via het eind SG weet je dan hoeveel suiker is omgezet in alcohol, dus weet je de hoeveelheid alcohol. Zo werkt de rekendemo.
Ik kan experimenteren met de factor 0.484 om te kijken welke factor ik nodig heb om op de getallen van Daniels te komen. Dat zal ik vanavond eens gaan doen.