De temperatuur loopt bij mij max. 0.3 graden verder door dan ingesteld. Aan en uit is met 0.1 graad verschil ingesteld (UT-200).
Maar als de doorschiet 0.3 graden is en er wordt bij 0.1 al geschakeld dat staat dus feitelijk
om en om altijd de koeling of de verwarming aan. Om energie te besparen zou ik een situatie willen creëren dat zo nu en dan eens gekoeld moet worden zonder dat tussendoor de verwarming aan gaat en omgekeerd als er zo nu en dan verwarmd wordt dat dan niet zo nu en dan de koeling aanslaat. Als ik ga dweilen zet ik de kraan ook niet open.
De afgelopen weken had ik een gistfles in een slaapzak met een 10 W verwarming, de sensor van de tc-1000 vlak bij het matje tegen het glas aan. Koeling was er niet maar de omgeving was 15 ºC of minder. In deze constructie kon ik de temperatuur ook op 0,3 graden nauwkeurig regelen (wat de temperatuur aan de andere kant van de fles doet weet ik natuurlijk niet). Morgen mag de koelkast aan, dan vrees ik dat de koeling wel verder doorschiet omdat het heel indirect is, zeker als je ook nog eens gaat meten met een sponsje over de sensor. Zonder sponsje maar met plakbandje op het glas verwacht ik een stabielere temperatuur.
Wat is belangrijker, een stabiele temperatuur die mogelijk niet optimaal is of heel erg schommelen om de gewenste temperatuur heen?
Hoe belangrijk is het om zo'n kleine marge aan te houden? Hoe erg is het als die gist temperatuur mag bewegen tussen bijvoorbeeld 19 en 21 graden?