Ik heb 2 keer gebrouwen en dit hevelfilter gebruikt na het maischen en na het koken, zonder kaasdoek oid. De hop heb ik meegekookt in hopkookzakken, plm. 30 gram hop per zak en regelmatig tegen de zijkant van de ketel leeggedrukt met de roerspaan. Bij de volgende brouw ga ik de hop los meekoken, kijken hoe het filter daarmee omgaat.
Schoonmaken doe ik door alle onderdelen los te nemen en in kokend water af te wassen/door te spoelen. Ik zet het hevelfilter 10 minuten voor het einde van het koken in de kookpan om het te steriliseren en daarbovenop zet ik mijn koelspiraal die de filterring (het gedeelte met het RVS vlechtwerk) op de bodem duwt. Doordat de hevelbuis helemaal de binnenwand van de pan volgt kan de koelspiraal er volledig bij in. Het is overigens niet nodig de filterring naar de bodem te duwen, deze valt vanzelf op zijn plaats. Mocht dat niet het geval zijn geweest dan had ik één kant van de filterring aan het T-stuk van de filterbuis vast gesoldeerd zodat de juiste positie gefixeerd wordt. Dan blijft het nog steeds mogelijk de RVS mantel er langs de losse kant af te schuiven en de hele zaak schoon te maken.
Ik heb ook eerder gewerkt met een aparte filterbak met filterplaat op de bodem en een kraan onderin (biervat), werkt ook goed maar extra vat nodig en geldt alleen voor maischen.
Alles is met zilver/tin gesoldeerd. Geeft m.i. mooiste resultaat (het oog wil ook wat), knelkoppelingen voldoen constructief ook maar vormen ook weer extra hoeken en gaatjes.
De getoonde pan is de kookpan. Het principe achter deze oplossing is het gegeven dat alléén filtering plaatsvindt op plaatsen waar het wort door stroomt. Als dat één gat zou zijn van een vierkante centimeter met filtermateriaal erover zal alle wort daar naartoe lopen en alle uit te filteren stoffen zullen zich daar verzamelen waardoor het filtermateriaal op die ene centimeter snel verstopt is. Als je een "traditioneel" hevelfilter gebruikt van 12 mm. buis met zaagsneetjes (bv. 50 sneetjes van 1 mm. breed) zal het doorstroomoppervlak 50 x 10 mm. x 1 mm. = 5 cm2. groot zijn. Door het filteroppervlak te vergroten zal de stroming zich over een groter oppervlak verdelen en bij elke opening minder residu verzamelen. Mijn RVS filterslang is 70 cm. lang en plm. 4 cm. in omtrek, waardoor 280 cm2 aan filteroppervlak ontstaat. Langs de omtrek va de slang zitten 18 vierkante gaatjes van plm. 0,5 mm. (0,25 mm2 oppervlak) en 5 gaatjes per strekkende cm. Mijn filterslang bevat dus plm. 70 x 5 x 18 = 6300 gaatjes van 0,25 mm2; en dus een doorstroomoppervlak van 15,75 cm2.
Als die capaciteit onvoldoende zou zijn kun je i.p.v. een ring met beide uiteinden in het T-stuk ook kiezen voor een spiraalmodel waarin je net zoveel buis verwerkt als je ketelbodem toelaat. Dan soldeer je het ene uiteinde van de spiraal aan een haakse knie aan je hevelbuis en het andere blijft los, daar kun je dan je RVS filter overheen schuiven. Daardoor ontstaat meer filtercapaciteit maar ook (in je beslag) een beter verdeeld stromingspatroon.