Wel ga ik dit jaar nog meer en meer flesjes opkweken, want de Wyeast begint nu toch echt wel duur te worden.
Sinds ik weer aan het brouwen ben in de nieuwe brouwerij plan ik de brouwsels zo dat ik de gist twee of drie keer hergebruik. Ik ent een nieuw brouwsel met de gist van een vorig brouwsel. Meestal hevel ik het bier uit de hoofdvergisting een dag voor de brouwdag over en giet de gistkoek in een fles. Dan was ik de gist een of twee keer (om hop- en eiwitresten zoveel mogelijk kwijt te raken) en giet een deel van de gist (of alles bij een heel zwaar bier) in het nieuwe brouwsel. Dit kun je rustig een keer of vijf, misschien wel tien, keer doen, mits je je nieuwe brouwsel wel steeds goed belucht en je zeer schoon werkt.
Voordelen: je hoeft maar 1 keer gist te kopen en een giststarter te maken. Je hebt altijd genoeg gist.
Nadelen: je moet goed plannen (al blijft een gistkoek best vier weken goed in de koelkast). Je moet wel een aantal bieren achter elkaar brouwen die met dezelfde gist gemaakt kunnen worden. Als je eerst een pils, dan een weizen en vervolgens een pale ale wilt maken, dan kun je deze methode dus niet gebruiken.
Ook voor Vier Broedersbrouwsels (120 liter) gebruik ik deze methode vaak. Eerst maak ik in mijn HERMS een brouwsel van 25 liter en oogst de gist uit de hoofdvergisting. Deze gist gebruik ik dan voor een 120 liter brouwsel. Dit voorkomt de noodzaak van mega-giststarters maken.