Ik moet nog wat aanvullen. Toen ik nog in Arnhem woonde was mijn kraanwater veel zachter en had minder sulfaat en chloride dan het water in Zutphen. In Arnhem gebruikte ik dan ook regelmatig brouwzouten (gips en calciumchloride). In Zutphen is het water behoorlijk hard en bevat vooral veel chloride, maar ook redelijk wat sulfaat. Alleen bij bieren die dat echt vragen ga ik sulfaat toevoegen.
Het verschil tussen Arnhem (La Cabine, schitterend water) en Zutphen merk ik vooral in de hoeveelheid melkzuur die ik moet toevoegen om het beslag op de juiste pH te brengen. Hoefde ik in Arnhem alleen bij de lichtgekleurde bieren aan te zuren, nu moet ik per brouwsel minimaal 8 ml melkzuur toevoegen in de maischkuip en bij de hele lichte bieren zelfs 11 of 12 ml.
Volgend jaar (als de brouwbenodighedenpot weer wat is gevuld) schaf ik misschien een omgekeerde osmoseding aan, waardoor ik bijna zuiver water kan maken en die aanpassen met brouwzouten naar believen of waarmee ik mijn kraanwater kan verdunnen. Maar eerst maar eens kijken hoe mijn bieren in Zutphen uitpakken voordat ik besluit of zo'n investering echt nodig is. Tot nu toe lijkt het mee te vallen. Alleen de pils van vorig jaar smaakte wat mineralig, maar dat kan ook aan de gist gelegen hebben. De pils die nu staat te gisten heeft een andere gist, dus als die klaar is weet ik hopelijk meer (pils moet het liefst heel zacht en mineraalarm water hebben).