Wie weet de relatie tussen de omzettingskracht van mout in °Lintner en de concentratie van amylases in mout? Of is die er niet? Dit in verband met het beter bruikbaar maken van een maischmodel voor de hobbybrouwer.
Ik heb hier iets gevonden, maar dat artikel is natuurlijk niet vrij toegankelijk. 
Ook DIT artikel zou wel eens interessant kunnen zijn.
Adrie,
Interessante vraag passend in een kennisgebied dat voor veel (hobby) brouwers nog net niet in de kinderschoenen staat. Ik neem aan dat je met mout gerstemout (pilsmout) bedoeld en met amylases alfa- en beta amylase. Mijn persoonlijke mening is dat er geen directe relatie te vinden is tussen °Lintner en de concentratie van alfa- en beta amylases in gerstemout (pilsmout). Met amylase wordt een groep eiwitten aangeduid met een specifieke werking. Gezien de complexiteit van een amylasemolecuul, de diverse verschijningsvormen en de kwetsbaarheid is het heel moeilijk analytisch de concentratie te bepalen. Het meeste in Nederland gebruikte pilsmout is een blend van diverse geëeste gerstrassen (Astoria, Barke, etc) en dat per gerstras de molecuul opbouw van de amylases verschillend kan zijn, en dus ook de conversiesnelheid, maakt het bepalen van een amylasesconcentratie m.b.v. °Lintner extra moeilijk. Nut van de concentratie amylase is ook van minder belang omdat in het brouwproces overwegend de functionaliteit telt (= °Lintner). Ook de enzym samples welke ik getest heb worden allemaal aangeduid met een of andere afgeleide van °Lintner ; bijvoorbeeld SKBU/g, bij geen van de samples is een concentratie aangegeven. Eventuele vragen over de omzettingskracht van mout in °Lintner en de concentratie van amylases zou je bijvoorbeeld aan Genecor kunnen stellen.
Bij het ontwikkelen van een maischmodel zou je naar mijn mening zeer goed gebruik kunnen maken van °Lintner, viscositeit (bepaald in zeer grote mate de diffussie (snelheid van bereiken van een enzym tot een dextrine) en dus de conversiegraad) en de overige reeds gebruikelijker parameters.
Groet, SiriS