|
Koolzuur
TerminologieIn de volksmond zijn kooldioxide en koolzuur synoniem. Chemisch gezien is dat niet zo. Koolzuur is een zwak instabiel zuur met de chemische formule H2CO3. Kooldioxide is een stof met een kookpunt van -79EC. Dit betekent dat het onder normale omstandigheden in gasvorm verkeert. De chemische formule voor deze stof is CO2. Kooldioxide lost goed op in water en kan dan koolzuur vormen CO2 + H2O <=> H2CO3. Koolzuur kan zich splitsen in waterstofionen, bicarbonaten en carbonaten. In chemische formules ziet dat er als volgt uit H2CO3 <=> H+ + HCO3- <=> 2 H+ + CO32-.Met het teken <=> wordt aangegeven dat de splitsing in ionen niet volledig plaatsvindt. Het niet volledig splitsen in ionen is kenmerkend voor een zwak zuur. De hoeveelheid koolzuur dat gevormd wordt is zeer beperkt. Bij een pH-waarde van 4,5 (een gebruikelijke waarde voor bier) is maximaal 0,84% van de opgeloste kooldioxide niet in deze vorm aanwezig maar als koolzuur, bicarbonaat of carbonaat. Dit percentage kan zelfs dalen tot 0,3% bij een lagere pH en een grotere hoeveelheid opgelost kooldioxide (1). Het merendeel van de kooldioxide is opgelost in de vorm van gasmoleculen. Er is dus veel kooldioxide en maar weinig koolzuur aanwezig in bier. Toch zal ook ik het in dit artikel regelmatig hebben over koolzuur als ik kooldioxide bedoel. De aanduiding koolzuur voor kooldioxide is ook zo sterk ingeburgerd. Zelfs bekende Nederlandstalige woordenboeken omschrijven koolzuur als de gasvormige verbinding van zuurstof met koolstof! SmaakKooldioxide is een kleur-en geurloos gas. Als je het in een redelijke concentratie insnuift kan het voor een prikkeling in de neus zorgen. Dat koolzuur een zwak zuur is kun je heel eenvoudig vaststellen als je koolzuurhoudend mineraalwater drinkt. Het proeft duidelijk zuurder dan het platte mineraalwater van hetzelfde merk. De koolzuurbelletjes zorgen voor een verfrissend mondgevoel.Bier met een laag koolzuurgehalte maakt een flauwe indruk. In koolzuurarm bier zijn smaakafwijkingen gemakkelijk te herkennen (2). Een teveel aan koolzuur is echter ook niet prettig. Het geeft een sterk verzadigd gevoel en het overmatige koolzuur wil wel eens via een niet te stuiten oergeluid uit je keel ontsnappen. Voor de geur van bier is het koolzuurgehalte belangrijk. Met het opstijgen van de belletjes komen ook geurstoffen omhoog die we waarnemen zodra we onze neus in het glas steken. Koolzuurarm bier geeft minder goed zijn geur vrij. Uiterlijk bierWat is bier zonder schuim? Bier zonder koolzuur zal zeker niet schuimen. Door het vrijkomen van koolzuur ontstaan er gasbelletjes in het bier. Boven het vloeistofniveau blijven de belletjes in stand door de in het bier opgeloste eiwitten die een soort vlies om het belletje vormen. Deze structuur is niet blijvend en langzaam zakt het schuim in elkaar. Ondanks een hoog koolzuur- en eiwitgehalte kan het zijn dat meteen na het inschenken het schuim weg is. Vette glazen en restanten van schoonmaakmiddel, maar ook in het bier aanwezige schuimnegatieve stoffen zoals hogere alcoholen en esters kunnen daarvan de oorzaak zijn. De twee laatst bedoelde stoffen komen bij zwaardere bieren meer voor. Hele zware bieren schuimen daarom in de regel een stuk minder.Overigens leerde ik onlangs tijdens de cursus 'Initiatie in de sensoriële eigenschappen en de degustatie van bier' die ik aan het volgen ben in Gent dat je de geur van een bier beter waarneemt als je het met zo min mogelijk schuim inschenkt. Koolzuur kan in een oververzadigde staat in bier opgelost zijn. Langzaam geeft het bier het koolzuur vrij wat het parelen van het bier tot gevolg heeft. Als dat niet het geval zou zijn dan zou het bier door de overdruk uit de fles spuiten zodra je de kroonkurk oplicht. Het omhoog parelen van koolzuurbelletjes geeft bier een feestelijk uiterlijk. In sommige bierglazen wordt zelfs bewust een oneffenheid aangebracht om een stroom aan koolzuurbelletjes te bevorderen. De fijnheid van de koolzuurbelletjes die vrijkomen is afhankelijk van het goed opgelost zijn van het koolzuur. Bieren met een hoog koolzuurgehalte die ingeschonken worden op een wat hogere temperatuur hebben in de regel een grove schuimstructuur. Ook de manier waarop het koolzuur in het bier is gekomen speelt een rol. Professionele brouwers lageren vaak bij lagere temperaturen (3 tot -1EC) onder druk (tot 0,6 bar) om fijnere koolzuurbelletjes te krijgen en daarmee vaster schuim. Koolzuur en gezondheidEr bestaat een tendens om het koolzuurgehalte van bier en andere koolzuurhoudende dranken te verlagen omdat veel consumenten van oordeel zijn dat ze een hoog koolzuurgehalte niet goed verdragen. Uit onderzoek is gebleken dat alleen mensen met maag- en darmklachten voorzichtig moeten zijn met koolzuurhoudende dranken waaronder bier. Maar zelfs voor deze mensen is koolzuur niet echt schadelijk. Voor de meesten van ons zijn koolzuurhoudende dranken zelfs gezondheidsbevorderend. Prof. Dr. Glatzel schreef hierover vrij vertaald uit 'Der Mineralbrunnen' nr. 9/1976 (3) het volgende:'Koolzuur intensiveert de doorbloeding van de mondslijmhuid en werkt daardoor verfrissend en opwekkend. Koolzuur zorgt er voor dat de maag snel leeg raakt wat de gezondheid bevordert. Voor de spijsverteringsorganen zijn noch koolzuur noch de lage temperatuur waarbij de meeste koolzuurhoudende dranken gedronken worden schadelijk. Het drinken van gebruikelijke hoeveelheden koolzuurhoudende dranken veroorzaakt geen slijmvliesontstekingen, maagzweer of maagkanker. Koolzuurhoudende dranken kunnen door de reeds genoemde intensivering van de doorbloeding van de mondslijmhuid kouder gedronken worden dan koolzuurvrije dranken en zorgen daardoor voor een grotere verfrissing. Ze kunnen niet in grote hoeveelheden in één keer doorgeslikt worden. Daarmee voorkomen ze ongewenste reactief waterverlies via de huid. Hierdoor werken de nieren beter waardoor de uitscheiding van schadelijke stoffen uit het bloed bevorderd wordt.' GushingAls je tijdens het bottelen te veel suiker toevoegt aan het bier dan kan het bier uit de fles bruisen zodra je de kroonkurk van de fles haalt. Dit verschijnsel wordt vaak verward met gushing. Bij gushing spuit het bier met flinke kracht uit de fles. Als de stroom tot bedaren is gekomen heb je vaak nog maar een halve fles over.Er zijn diverse oorzaken voor gushing zoals schimmelinfecties op het gerst of de mout, metaalionen (ijzer: Fe3+), geïsomeerd hopextract en niet goed schoongemaakte flessen (4). Hierdoor is de koolzuur niet goed gebonden en komt het in één keer vrij. Dit artikel gaat echter niet over gushing, maar over hoe je een gewenst koolzuurgehalte in je bier kunt krijgen. De vorming van koolzuur tijdens de vergistingZoals we allen weten is gist in staat suikers om te zetten in alcohol en kooldioxide waarbij ook warmte vrij komt. In theorie wordt 100 gram glucose omgezet in 51,1 gram alcohol, 48,9 gram koolzuur en 51,1 kJ. In de praktijk hebben we ook te maken met een groei van het aantal gistcellen. Niet alle in het wort aanwezige suikers die vergistbaar zijn kunnen door de gist rechtstreeks opgenomen worden. Zo moet maltose eerst buiten de gistcel door enzymen gesplitst worden in twee glucose moleculen. Het een en ander betekent dat uit 100 gram vergistbare suikers ongeveer 47 gram alcohol, 46 gram koolzuur, 5,3 gram gist en 56 kJ gevormd wordt.De grote hoeveelheid koolzuur dat geproduceerd wordt tijdens de hoofdvergisting wordt in de moderne professionele bouwerijen opgevangen. De koolzuur kan binnen de eigen brouwerij worden gebruikt bij het bottelen of verkocht worden aan de frisdrankindustrie. Koolzuurverzadiging onder drukIn professionele brouwerijen wordt de nagisting uitgevoerd in gesloten vaten waarbij de druk in het vat via regelbare ventielen oploopt tot een ingestelde druk (meestal 0,3 - 0,4 bar). Hierdoor krijgt het bier een gewenste hoeveelheid koolzuur zonder dat er koolzuur toegevoegd hoeft te worden. Tevens wordt het koolzuur daardoor beter gebonden.Door middel van tegendruk wordt voorkomen dat er koolzuur ontwijkt bij het overpompen en bottelen. De hoogte van de koolzuurdruk wordt zodanig ingesteld dat er geen problemen ontstaan bij het afvullen en tappen van het bier en er toch voldoende koolzuur aanwezig is voor een goede schuimvorming (4). De druk in het lagervat wordt dus afgestemd op fustbier. Flessenbier (zonder hergisting op de fles) wordt vaak voorzien van extra koolzuur dat gewonnen is tijdens de hoofdgisting. Koolzuurverzadiging bij atmosferische drukAnders dan de professionele brouwers voeren wij amateur-brouwers de navergisting altijd uit onder atmosferische druk. Wij hebben simpel weg niet de apparatuur om het bier gecontroleerd onder druk te brengen en te houden. In de regel laten we het bier helemaal uitgisten en voegen dan bij het bottelen een gecontroleerde hoeveelheid suiker toe.De hoeveelheid koolzuur die na het lageren bij atmosferische druk in het bier aanwezig is is sterk afhankelijk van de lagertemperatuur. In de onderstaande tabel valt af te lezen hoeveel gram koolzuur per liter bier is opgelost bij een bepaalde temperatuur. De cijfers zijn afkomstig uit een artikel van Dave Drapper en Mark Hibberd (5). In hun artikel wordt als maat voor het koolzuurgehalte het aantal volumes koolzuur per volume bier gehanteerd. Hier in Europa gebruiken we een maat die aansluit op ons decimaal maatstelsel namelijk: het aantal grammen koolzuur dat opgelost is per liter bier. Voor degenen die daarin geïnteresseerd zijn 1 volume koolzuur per volume bier komt overeen met 1,98 gram koolzuur per liter bier (= afgerond 2 g/L).
Met de invloed van de lageringtemperatuur moet je vooral rekening houden
als je koud lagert, bijvoorbeeld bij een pilsener of Kölsch. De meeste
amateur-brouwers houden voor bovengistende bieren een lagertemperatuur
aan van 15 tot 20EC. Het verschil in koolzuurgehalte
is bij deze temperaturen niet zo groot (ong. 0,3 g/L). Voor het gemak zou
je kunnen stellen dat het koolzuurgehalte bij deze bieren gelijk is aan
2 g/L
Koolzuurverlies tijdens het bottelenDe koolzuurverzadingsgehalten zoals deze in de tabel vermeld staan zijn een prima uitgangspunt voor het koolzuurgehalte van het bier dat we gaan bottelen. Wanneer een volledig uitgegist bier een tijdje warmer gestaan heeft zal het koolzuur niet meer aangevuld worden door de navergisting. Het plotseling afkoelen van het bier om zo het koolzuurgehalte te verhogen heeft dan ook geen enkele zin. Wel is bij een lagere temperatuur de koolzuur beter gebonden aan het bier en zal er minder koolzuur vrij komen ten gevolge van de onvermijdbare wervelingen van het bier bij het bottelen. Als je het bier snel koelt om oxidatie zo veel mogelijk te voorkomen of voor het behoud van het aanwezige koolzuurgehalte zul je uit moeten gaan van het koolzuurgehalte van het bier voor het koelen.Hoeveel koolzuur door het bottelen uit het bier verdwijnt is moeilijk aan te geven. Het hoogteverschil tussen het vat waaruit gebotteld wordt en de flessen, de dikte van de slangetje dat gebruikt wordt, het al dan niet gebruiken van een bottelventiel en zelfs de vorm van de fles spelen hierbij een rol. Ik bottel altijd uit een vat waarin ik aan de onderkant een kraantje gemaakt heb. Aan deze kraan schuif ik een slangetje. Op het uiteinde van het slangetje bevindt zich een roestvrijstalen bottelventiel. Mijn ervaring is dat de stroomsnelheid van het bier door het slangetje niet te hoog mag zijn. Bij een hoge stroomsnelheid komt het bier met hoge snelheid in de fles waardoor er een overmatige schuimvorming plaatsvindt in de fles. Het kraantje aan het vat mag ik echter niet te veel sluiten omdat dan het bottelventiel een grotere doorloop heeft dan het kraantje waardoor in de slang een onderdruk ontstaat. Deze onderdruk resulteert in het vrijkomen van koolzuur in het slangetje. Andere factoren die bij het oplossen van kooldioxide van belang zijnDe hoeveelheid koolzuur dat opgelost kan zijn in bier is niet alleen afhankelijk van de temperatuur maar ook van de samenstelling van het bier. Alcohol en dextrines verminderen de oplosbaarheid van kooldioxide terwijl eiwitten deze vergroot. Deze toename is een gevolg van onstabiele verbindingen tussen eiwitten en kooldioxide.Sommige bieren behouden hun koolzuurgehalte beter dan andere. Een bier dat beter zijn koolzuur vasthoudt ontwikkelt over een langere tijd koolzuurbelletjes wat, zoals we al eerder zagen, de schuimhoudbaarheid en het frisse karakter van het bier ten goede komt (6). Naast eiwitten zijn ook andere stoffen verantwoordelijk voor de binding van koolzuur aan het bier. Koolzuurgehalte en biertypeHet koolzuurgehalte van een bier is sterk biertype gebonden. In de literatuur worden zeer veel verschillende waarden genoemd. In de onderstaande tabel zijn de door mij gevonden waarden vermeld. De waarden zijn van afkomstig van prof. Gilbert Baetslé uit België (7), Dave Drapper en Mark Hibberd uit Australië (5) en Dr.-Ing. Karl-Ullrich Heyse uit Duitsland (4).Onderzoek aan de hand van gegevens van Derek Walsh
De algemene lijnen Als ik naar alle cijfertjes kijk vallen mij een paar dingen op. Allereerst
de algemene lijnen. Bovengistend bier met hergisting op de fles heeft gemiddeld
aanmerkelijk meer koolzuur dan ondergistend bier. De reden hiervoor kan
zijn dat een hoog koolzuurgehalte bij de professionele brouwerijen problemen
oplevert bij het bottelen.
Biertypes
SuikertoevoegingZoals ik hiervoor uiteengezet heb bevat bier na het lageren een koolzuurgehalte dat afhankelijk is van de temperatuur waarbij de lagering heeft plaatsgevonden. Om een op het biertype afgestemd koolzuurgehalte te krijgen kunnen we het beste uitgaan van het gemiddelde koolzuurgehalte van dat biertype zoals vermeld in de tabel 'Koolzuurgehalten van bieren en frisdranken in grammen per liter'. Trek daar het koolzuurgehalte af dat het bier heeft na de lagering. Vermenigvuldig de uitkomst van deze aftreksom met twee en het aantal liter dat je hebt en je weet hoeveel gram suiker je aan het bier moet toevoegen bij het bottelen.De volgende formule geeft deze berekening weer: bottel suiker = (CO2 biertype - CO2 lageren) * 2 * aantal liters Stel je hebt 20 liter tripel gelagerd bij een temperatuur van 16EC.
De hoeveelheid suiker die je dan aan deze 20 liter bier moet Toevoegen
om een op het biertype afgestemd koolzuurgehalte te krijgen is dan (6,6
- 2,0) * 2 * 20 = 184 gram.
Bepaal het eind SG
Batch-behandeling
Lepeltje
De verschillende soorten suikerVoor de hergisting kun je verschillende suikers gebruiken. Je moet er wel rekening mee houden dat de ene suiker beter vergistbaar is dan de andere. Kristalsuiker, bruine suiker en kandijsuiker ontlopen elkaar niet veel qua vergistbaarheid. Honing en stroop hebben een lagere vergistinggraad vanwege hun watergehalte. Poedersuiker kun je beter niet gebruiken in verband met de toevoeging van zetmeel als anti-klontermiddel, wat troebel bier kan veroorzaken (9).Sommige zelfbrouwers gebruiken glucose (druivensuiker of dextrose) in plaats van het gebruikelijke kristalsuiker omdat glucose sneller door de gist omgezet kan worden. Kristalsuiker (sucrose) moet immers nog altijd eerst door enzymen gesplitst worden in glucose en fructose voordat de gist deze suiker kan vergisten. Ondanks het feit dat glucose volledig vergistbaar is zou je er volgens Charlie Papazian, door de chemische samenstelling, ten opzichte van kristalsuiker 10 - 15% meer van nodig moeten hebben om hetzelfde koolzuurgehalte te krijgen (10). Bij honing moet je zo'n 40 % en bij schenkstroop zelfs 80% meer gebruiken dan bij kristalsuiker in verband met het watergehalte. De hergisting duurt langer en is minder voorspelbaar dan bij kristalsuiker. De smaak van deze suikers kan wel eens te sterk zijn of niet geheel passen bij het bier dat je gebrouwen hebt. Oppassen dus! De echte puristen en liefhebbers van het Reinheitsgebot kunnen in plaats van suiker ook moutextract of wort gebruiken. Weeg bij gedroogd moutextract 50% en bij vloeibaar moutextract 70% meer af dan bij kristalsuiker. Moutsuikers worden nog langzamer omgezet dan honing en stroop. Zelfgewonnen wort heeft volgens mij de voorkeur boven moutextract. Moutextract kan behoorlijk wat eiwitten bevatten die voor troebelingen kunnen zorgen. Wort dat je van het hoofdwort afgesplitst hebt en in de diepvriezer bewaard is wijkt qua samenstelling niet af en kan geen smaak- of kleurveranderingen veroorzaken. Te weinig koolzuurHeel wat beginnende zelfbrouwers kampen met het probleem dat de hergisting niet op gang komt. Hierdoor krijgt het bier niet het gewenste koolzuurgehalte ondanks een correcte suikergift. Het kan veroorzaakt worden door een paar oorzaken. Eén daarvan kunnen restanten van reinigingsmiddelen zijn. Zorg er daarom altijd voor dat je alles nog eens goed afspoelt. Ook kun je een desinfecteermiddel gebruiken dat in verdunde vorm geen problemen geeft voor de gist, zoals een fosforzuuroplossing.Verse gist
Kort lageren
Warm wegzetten
Het voorkomen van oxidatieBij de professionele pilsbrouwerijen wordt de koolzuurdruk opgebouwd in de lagertank. Ze bottelen het bier onder tegendruk. Vlak voor het sluiten van de fles werd vroeger even mechanisch tegen de fles getikt. Hierdoor kwam er een hoeveelheid koolzuur vrij. Meteen daarop werd de fles met de kroonkurk gesloten. De tik is tegenwoordig vervangen door een waterstraaltje. Onder hoge druk wordt een minuscule hoeveelheid water in de fles gespoten. Ook hierdoor komt koolzuur vrij. Brouwerijen gebruiken genoemde systemen om de hoeveelheid zuurstof in de fles te beperken. Deze zuurstof kan zorgen voor een oxidatie van het bier.Bij amateur-bieren ontstaat er pas echt koolzuurdruk na het sluiten van de fles met de kroonkurk. Wij hoeven veel minder bang te zijn voor oxidatie na het bottelen. Al onze bieren ondergaan een hergisting op fles. De aanwezige zuurstof wordt daarbij verbruikt door de gist. Wel mogen we het bier niet te lang aan zuurstof blootstellen tijdens het bottelen. Eenmaal gevormde oxidatieproducten worden door de vergisting niet afgebroken. Na het sluiten van de fles zijn de commerciële brouwerijen nog steeds bang voor oxidatie van het bier via de kroonkurk. In een artikel van de hand van H. Vogelpohl verschenen in Brauwelt nr. 42/1991 (11) worden een drietal soorten kroonkurken onderscheiden namelijk kroonkurken met een PVC-schuim binnenlaag, PVC-vrije kroonkurken en kroonkurken met een zuurstofbarrière. Bij de laatste soort bevinden zich in het binnenmateriaal reducerende stoffen zoals ascorbaat, sulfiet en tanninen. Een probleem is dat de reducerende stoffen pas actief mogen worden als de kroonkurk op de fles zit, anders zou de werking wel eens voorbij kunnen zijn voordat de kroonkurk gebruikt wordt. Er is daarom gezocht naar materialen waarbij de reducerende stoffen geactiveerd worden onder invloed van vochtigheid en temperatuur (commerciële brouwerijen pasteuriseren hun bier vaak). Overigens is de zuurstofdoorlaatbaarheid van PVC-houdende kroonkurk bij een temperatuurstijging van 20 tot 40EC twee keer zo hoog. Zoals hiervoor reeds vermeld wordt in het bedoeld artikel de zuurstofdoorlaatbaarheid van de verschillende soorten met elkaar vergeleken. De resultaten van deze vergelijking is als volgt:
Waarom zouden we ons druk maken over zuurstof als de gist deze toch verbruikt zul je je misschien afvragen. Het antwoord op deze vraag is heel simpel. Nadat de suikers die je toegevoegd hebt voor de hergisting verbruikt zijn sterft de gist langzaam af en wordt zuurstof die via diffusie in de fles komt niet meer verbruikt. Deze zuurstof kan dus wel het bier oxideren. De kroonkurk: het sluitstukEen goede afsluiting van een fles met een kroonkurk is ook belangrijk om het koolzuur dat gevormd is door de hergisting in de fles te houden. De druk mag echter ook niet te hoog worden omdat anders de fles uit elkaar zou kunnen klappen. De moderne kroonkurken die de professionele brouwerijen gebruiken kunnen werken als een ventiel. Boven een bepaalde druk laat de kroonkurk een hoeveelheid kooldioxide ontwijken om vervolgens de fles weer hermetisch te sluiten.Er bestaan volgens het al eerder bedoelde artikel uit Brauwelt van H. Vogelpohl een drietal klassen kroonkurken, te weten:
Gevolgen meetresultaten
ExplosiegevaarHet is mij niet bekend wat voor kroonkurken wij gebruikelijk geleverd krijgen. Wanneer dat kroonkurken zijn van de types B en C hoeven we in ieder geval niet bang te zijn voor explosiegevaar. Alleen bij het type A lopen we risico=s.Flessen
Temperatuur en druk
Aan de cijfertjes vermeld in de tabel kun je zien dat de stijging van de druk in een gesloten fles of vat niet lineair verloopt met het stijgen van de temperatuur (12). Uit een grafiek die ook via Harrie Vermeer in mijn bezit kwam blijkt dat de kritische druk van 12 bar pas bereikt wordt bij de volgende combinaties van temperaturen en koolzuurgehalten:
In de 15 jaar dat ik bierbrouw heb ik nog nooit meegemaakt dat een zelfgebrouwen flesje explodeerde. Wel zijn bij mij jaren geleden de bodem van twee commerciële flesjes weggesprongen tijdens een zeer hete zomer. Het waren hele oude flesjes die al veel geleden hadden en het koolzuurgehalte van het bier was zeer hoog. Party-vaatjes
NabeschouwingDe laatste jaren hebben we geleerd hoe we een beter bier kunnen brouwen. Tijdens wedstrijden voor amateur-brouwers worden de keurmeesters nog maar weinig geconfronteerd met bieren die echte smaakafwijkingen hebben. Het wordt zo langzaamaan tijd om de puntjes op de i te zetten. Een simpel theelepeltje suiker per fles voor de hergisting past daarin niet.In dit artikel zijn handvatten gegeven hoe je een op een biertype afgestemd koolzuurgehalte kunt krijgen. Zie de gegeven waarden als een houvast. Als zelfbrouwer hebben we gelukkig de mogelijkheid om ook rekening te houden met onze persoonlijke smaak. Per slot van rekening brouwen we toch bier voor ons zelf, alhoewel het toch wel leuk is om bij een wedstrijd een prijsje te winnen. Referenties
Eerdere publicatieDit artikel is eerder gepubliceerd geweest in het vakblad voor de amateur wijn-, bier- en likeurmaker en verwante hobby's Proost, nr. 20, maart/april 1997 en nr. 21, mei /juni 1997. |