 

| |
Schrootmolens
Molen met draaiende schijven
 |
Deze molen is relatief goedkoop. Nadeel is dat de korrels vermalen
worden en niet geplet.
|
Tip 1 |
Stel de molen zo grof mogelijk af. De
korrels mogen er niet heel doorvallen. Als je te fijn schroot kun je filterproblemen
krijgen en het schroten gaat ook een stuk moeizamer. |
Tip 2 |
Knoop een grote plastic zak om het
schijvengedeelte om de geschrote mout op te vangen. Je voorkomt op die manier het
verspreiden van moutstof. Moutstof is een belangrijk infectiehaard in een brouwerij. In
professionele brouwerijen staat de schrootmolen niet voor niets in een aparte ruimte.
Verder voorkom je zo ook stofirritatie (sommige mensen zijn allergisch
voor moutstof). |
Walsenmolen
Een walsenmolen is een ideale schrootmolen. De bliezen blijven vrij
heel terwijl de inhoud van de moutkorrel toch in voldoende mate verkleind wordt. Met
behulp van een motortje (boormachine) is het schroten snel en zonder zweetdruppeltjes te
voeren.
Er zijn twee versie te koop. Met instelbare afstand en met een vaste afstand
tussen de walsen. In de praktijk volstaan de niet-instelbare molen voor alle
soorten gerst- en tarwemouten. Voor rogge- en havermout is een instelbare molen
aanbevolen.
De afgebeelde molen kan op een emmer gezet worden. Het plankje
voorkomt dan stofverspreiding.
Nadeel van deze molens is dat ze wat duurder zijn.
Terug naar de cursus
bierbrouwen
|